Door Suzan. In dit artikel vertel ik vanuit mijn eigen praktijk hoe het is om kinderen anders vast te houden. Door kinderen meer verantwoordelijkheid te geven in een moderne organisatie. Met een persoonlijke benadering tijdens betekenisvol onderwijs en met behulp van reflecteren als basis voor leren.
Hoe gebruik jij reflecteren als basis voor leren? Hoe wil jij komend schooljaar de kinderen in jouw klas boeien en betrokken onderwijs laten volgen? Hoe wil jij ze zelfstandig laten werken op basis van plezier en interesse? Hoe wil je elk kind zien en waarderen en kinderen ook naar elkaar toe laten groeien?
Wat ik schrijf zijn mijn ervaringen die ik heb opgedaan tijdens het werken op basisschool het Talent in Asten. Deze vertaal ik naar concrete interventies die jullie in de onderwijs praktijk uit kunnen (gaan) voeren.
Reflecteren als basis voor leren
Als ik vertel dat de kinderen bij ons op school elke dag weer een nieuwe werkplek mogen kiezen, word ik vaak met angst aangekeken en bevraagd. Dat kan toch niet? Dan gaan vriendjes naast elkaar zitten en leren ze niks of dat is toch veel te gezellig en worden er dan geen kinderen buitengesloten? Dat is toch niet voor ieder kind haalbaar of kinderen hebben toch behoefte aan structuur?
Niks is minder waar. Als je kunt reflecteren met kinderen, dan kun je ze ook veel meer loslaten, beter gezegd anders vast houden. Want elk kind leert anders, elk kind is anders. Dus waarom allemaal in dezelfde modus zetten? Na het lezen van dit artikel daag ik je uit om één of meer van onderstaande concrete interventies toe te voegen aan je eigen onderwijspraktijk waardoor je kinderen anders vasthoudt en ze helpt door te reflecteren als basis voor leren.
Geen vaste plekken
Van groep 1 t/m groep 8 hebben wij geen vaste plekken meer. Kinderen kunnen elke dag een nieuwe plek zoeken, aan verschillende tafels. Aan het begin van de dag kun je ergens anders zitten dan tijdens de rekenles. Je kiest de plek die het beste bij je werk past. Samen of alleen. Aan de instructietafel of aan een groepje binnen of buiten het lokaal, dit kan dus per les verschillen.
Spullen in la en kast
Deze liggen op een vaste plek. Je laatje zit in een ladekast aan de rand van het lokaal. Als standaarduitrusting heeft het kind een etui. Zet niet alle lades op dezelfde plek, want dit kan nog wel eens drukte opleveren als ze allemaal tegelijk een potlood moeten pakken. De leerboeken en schriften zitten niet in het eigen laatje, deze liggen op een centrale plek. Waardoor de uitdelers er makkelijk bij kunnen.
Verschillende tafels en stoelen
Er zijn instructietafels, groepstafels en individuele plekken in het klaslokaal. Ook de hal en gezamenlijke ruimtes zijn ingedeeld met diverse werkplekken. De stoelen variëren van bankjes tot krukjes en van stoelen tot kussen. De tafels zijn vanaf groep 3 wel allemaal op dezelfde hoogte, de sporten van de stoel zijn variabel. Zodat elk kind en de leerkracht overal bij aan kan schuiven. Elk kind leert anders en op een dag kan daarin ook variatie plaatsvinden per vak. Voorkeuren zullen ontstaan maar claimen van spullen kan niet, wel is overleggen mogelijk.
Samenwerken of alleen
Zit een kind vaak alleen dan is een gesprek de basis om te kijken wat de reden is en begrip te tonen voor elkaar. Doordat er op een dag zoveel variatie mogelijk is, irriteren kinderen zich minder aan elkaar, je hoeft niet de hele week bij eenzelfde kind aan tafel te zitten. Ook maakt het dat je anderen sneller tegenkomt en een oordeel wat je had, kunt bijstellen doordat je elkaar van een andere kant leert kennen. Ook hier gebruik je reflecteren als basis voor leren.
Open deuren en ramen
Vaak zie ik nog afgeplakte ramen zodat kinderen niet naar buiten kunnen kijken. Zorg dat je les boeiend is of in ieder geval de kinderen op een plek zitten die voor de juiste actie zorgt. Is er focus nodig dan zit een kind dichtbij je, samenwerkend is een kind in contact met de ander. Als je les geeft en kinderen kijken naar buiten of naar wie er voorbij loopt op de gang dan kan het zijn dat het niet boeiend is wat je te vertellen hebt maar vaak is het zo dat de oren nog wel bij de instructie zijn maar de blik even afdwaalt. Herkenbaar?
Ontspannen beginnen aan de dag
Laat kinderen binnen komen en aan de slag gaan. Kinderen krijgen zo zin om naar school te gaan. Stel je bent om 8:20 uur binnen en je moet tot 8:30 uur wachten tot er iets gaat gebeuren; wat is daar motiverend aan? Laat kinderen deze tijd juist benutten door ze alvast te laten beginnen of met activiteiten uit bv. de SEO kast of door verder te gaan met de weektaak of activiteiten op de tablet. Laat dit duren tot 8:45 uur zodat jij ook tijd hebt om te landen en in gesprek te gaan met kinderen.
Bureau eruit, benut de ruimte
Heb je weinig ruimte of middelen? Zorg dan dat je bureau eruit gaat en dat er op de grond wat werkplekken worden gecreëerd. Niet elk kind heeft een stoel nodig. Een statafel of kussen kan ook prima fungeren als een leer/werkplek. Het bureau eruit is voor velen wel een dingetje. Bedenk je eens: Wat staat erop? Hoe vaak zit je eraan? Als je wilt dat kinderen anders gaan leren dan moet je met jezelf beginnen. Jouw werkplek, met je laptop, wordt tussen de kinderen, bij hen aan tafel. Jouw laatje zit ook in de wand en je spullen pak je net als de kinderen ook uit een kast.
Rust in de school
Juist door kinderen tussentijds bewegingsvrijheid te geven krijg je rust in de school. Mocht er toch onrust zijn omdat kinderen zonder toezicht zich nog wel eens willen ‘mis’dragen dan volgt er een reflectiegesprek. Wat heeft dit kind nodig om tot leren te komen? Dit kan een vaste plek zijn bij een bepaalde les, biedt deze dan aan. 80/90% van de kinderen in onze school ontwikkelt een grote mate van zelfsturing, bij een klein deel lukt dit nog niet. Geef ze in ieder geval de ontwikkelkans en begeleid in veiligheid. Reflecteren is ook voor hen basis voor leren.
Werk in niveau- en instructiegroepen
Werk groepdoorbrekend, kinderen maken zo kennis met andere kinderen uit andere klassen met hetzelfde niveau. Heb je kinderen die op het niveau van groep 6 rekenen maar in groep 7 zitten? Ga dan niet als leerkracht 2 groepen lesgeven, maar cluster deze kinderen. Ze krijgen op eigen niveau les, ze verplaatsen zich tussen de kinderen en door de ruimtes. Bijkomend voordeel is dat ze niet opkijken tegen de kinderen die sneller klaar zijn en kunnen ze een aanbod krijgen wat passend is. De rekentijden op elkaar afstemmen is wel noodzakelijk.
Samengevat
Ben je enthousiast geworden? Kijk dan eens welke van de interventies je kunt toepassen in je eigen onderwijspraktijk? Over welke ben je zo enthousiast dat je deze wel met je hele team aan zou willen pakken? Een verandering vraagt om visie en doorzettingsvermogen. Een proeftuintje is zo gestart. Doe het! Maar denk er goed aan om te reflecteren met jezelf en met je collega’s want dan pas ga je nadenken over de voor- en nadelen van de interventie! Reflecteren als basis voor leren.
Met de kinderen reflecteer je dagelijks meerdere keren. Kort klassikaal of individueel met kinderen door naar een kind toe te lopen of er naast te gaan zitten. Je kunt de onderstaande vragen stellen.
Reflectievragen voor kinderen
Wie of wat heeft jou in deze les goed geholpen? Wat maakt dat dat jou zo goed helpt?
Wat is anders of beter gegaan in de les dan je had verwacht? Wat ging er goed genoeg? Waar ben je tevreden over?
Welk cijfer geef je jezelf? Waarom verdien je dat cijfer? Wat zou je de volgende keer anders doen voor nog een beter cijfer?
Welke moeilijkheden kwam je tegen? Hoe heb je het voor elkaar gekregen om verder te gaan?
Reflectievragen voor de hele klas
Ik ben trots op ..
Vandaag heb ik geleerd …
Wat ik morgen ga doen …
Het moeilijkste was …
Ik heb fijn gewerkt aan/met …
Wat het leukste was aan de dag …
Ik wens je een fijne start van het nieuwe schooljaar, wil je meer weten? Geef een reactie in de comments!